jan. 2016
Strandpaviljoen: roerend of onroerend
Roerend of onroerend?
In art. 3:3 lid 1 BW is bepaald wat een onroerende zaak is, namelijk: de grond en gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken. Artikel 5:20 BW geeft aan dat de eigendom van de grond mede omvat gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd.
Zeeuws-Vlaanderen vs Nederland
Na de winter worden veel de strandpaviljoens weer opgebouwd nadat deze na de zomer waren afgebroken. Door de Hoge Raad is in het verleden geoordeeld dat deze paviljoens –dus af te breken en op te bouwen paviljoens - roerende zaken zijn. De argumentatie was dat deze paviljoens elk jaar weer worden opgebouwd en vervolgens in het najaar worden afgebroken. In Zeeuws-Vlaanderen blijven veel –de meeste- paviljoens 365 dagen per jaar staan. Het valt met veel kans op succes te beargumenteren dat deze paviljoens onroerend zijn.
Juridische consequenties
Als een zaak roerend is kan de bank enkel een pandrecht vestigen op het paviljoen. Als het paviljoen echter onroerend blijkt te zijn dan is er geen geldig pandrecht gevestigd. Immers, als zekerheid had hypotheek gevestigd moeten worden! Er zijn tal van belangrijke verschillen tussen een ‘roerend paviljoen’ en een ‘onroerend paviljoen’. Ook fiscaal kunnen er enorme verschillen zijn.
Vragen?
Hebt u vragen over de vraag of een strandpaviljoen roerend of onroerend is dan kunt u (vrijblijvend) terecht bij Ronny Nobus.
28 januari 2016